De Pil.
Vrouwen die de pil slikken, hebben een verhoogd risico van 24% op het krijgen van borstkanker in vergelijking tot vrouwen die de pil niet slikken.
Voor vrouwen die 1-4 jaar geleden zijn gestopt met de pil is er een verhoogd risico van 16%.
Vrouwen die 5-9 jaar geleden zijn gestopt met de pil, hebben een verhoogd risico van 7%.
Voor vrouwen die al langer dan tien jaar geen anticonceptiepil meer slikken is er geen verhoogd risico meer.
Als deze en andere cijfers al zo lang bekend zijn, vraag je je toch af hoe het komt dat nog steeds zoveel vrouwen de pil slikken. Het antwoord laat zich makkelijk raden, het is gemakkelijk in het gebruik. Daarnaast schrijft de huisarts, die een vertrouwensband heeft met de cliënt, met het grootste gemak de pillen voor.
Ik sprak in 2014 met Dr. Hans Moolenburgh sr. over de pil en vroeg hem: ‘Heeft u in uw praktijk relaties gezien tussen het gebruik van de pil en kanker’?
Dr. Moolenburgh: ‘Nee, want dat is alleen statistisch te bepalen. Maar het viel op dat langzaam maar zeker de mammacarcinomen meer voorkwamen (in 50 jaar tijd van 1 op de 35 naar 1 op de 9 én zich verplaatsten naar veel jongere vrouwen, mijn jongste patiënt was 22 jaar). En dat terwijl ze vroeger bijna alleen ná de overgang voorkwamen. Bovendien nam het aantal gevallen met cervix carcinoom (baarmoederhalskanker) en de precancereuze afwijkingen aan de cervix toe.
‘Is de prikpil en een spiraal met hormonen eigenlijk hetzelfde? Of wat zijn de verschillen’?
Dr. Moolenburgh: ’Het lijkt mij zo:
- Prikpil (direct in de bloedbaan) is het sterkste.
- Slikpil is iets minder sterk, het lichaam kan iets meer weerstand bieden.
- Een spiraal met hormonen zijn het zwakste.
Maar al deze middelen zijn niet gewenst’.